Weerstand tegen winterkleding

In de ervaringsverhalen bij Happy KidsCare over kinderen met autisme en ADHD, is kleding, naast voeding, vaak een terugkerend thema.

Gevoeligheid bij kleding

Soms willen kinderen enkel bepaalde kleding dragen. Bij het gevoelige kind, kan standaard kleding een prikkend gevoel geven door prikkende naden, stoffen of etiketten. Geen enkele broek, shirt, sokken of ondergoed zit lekker. Het brein blijft die signalen doorgeven aan het bewustzijn. Dit kan zo intens zijn dat er niets meer bij kan, met als mogelijk gevolg: overprikkeling. Dit uit zich vaak in frustratie en de weigering om bepaalde kleding te dragen. Misschien is dit heel herkenbaar? Bij kinderen in autisme spectrum en kinderen met hypersensitiviteit komt dit vaak voor. Allereerst is het goed om uit te zoeken waarvoor iemand gevoelig is en op basis daarvan de garderobe voor zover mogelijk aan te passen. Denk daarbij aan kleding van organisch katoen met een naadloos gevoel en zonder etiketten. Dit voorkomt onnodige overprikkeling.

Weerstand bij winterkleding

Vaak is de verandering van kleding aangepast aan het seizoen een issue. In de winter betekent dit: de winterjas over de dikke trui, de jas moet nu echt dicht, sjaal om, muts op en handschoenen aan. We moeten allemaal even wennen aan de omslag van het weer. Bij kinderen met autisme is de weerstand tegen de veranderingen die hierbij komen kijken, vaak net wat groter en deze houdt net wat langer aan. Behalve dat we willen voorkomen dat de kinderen in de buitenlucht afkoelen is er ook nog de context en (on)geschreven regels binnen de schoolomgeving.

Wintertips Geef me de 5

Ontstaat er in de winter een probleem, merk je dat je kind er wel last van heeft of kies je ervoor om je kind bij te leren wat de normale gang van zaken is omdat je ziet dat hij/zij het niet vanzelf oppikt, hier geeft Happy Kidscare wat tips volgens de Geef me de 5 methodiek.

Stap 1: Voorbereiden

Benoem dat het weer kouder wordt en dat er andere kleding gedragen moet gaan worden.
Doe dit het liefst zodra je op het weerbericht ziet dat de winterjassen weer van zolder gehaald moeten worden. Ben je te laat, geen probleem hoor, voorbereiden kan ook door te zeggen: vanaf morgen…. Het gaat erom dat je tijd geeft om de verandering te verpuzzelen.

Stap 2: Maak regels

Maak concreet bij welk weer wat gedragen moet worden. Dit kan simpelweg zijn: ‘vanaf morgen trek jij elke dag je winterjas aan.’ Kan jouw kind al meer zelfstandig, leer dan d.m.v. feiten aan wat handig is, bijvoorbeeld: ‘Wanneer het ’s ochtends kouder is dan 13 graden trek je je Winterjas aan, is het kouder dan 7 graden dan doe je ook je sjaal om en wanten aan.’

Stap 3: Maak uitzonderingen voorspelbaar

Zal je net zien, jij hebt netjes regels gemaakt, kindlief is ’s ochtends volgens jouw afspraken netjes met een dikke winterjas over de dikke wintertrui met een sjaal om en handschoenen aan op de fiets richting school vertrokken, wordt het in de middag zo’n 15 graden en zonnig (lees: gevoelstemperatuur 20 graden en iedereen loopt buiten in een T-shirtje). Gooit jouw kind in zo’n geval alle kleding uit, prima. Schat je in dat hij/zij thuis komt met alle winterkleding nog aan én een rood hoofd, maak dan liever van te voren voorspelbaar wat d

Stap 4: Voorbereiden op weerstand

Vertel je kind dat het erbij hoort dat hij/zij moet eraan moet wennen. Zo is je kind voorbereid op de weerstand die komt en leert hij/zij weer een beetje meer over zichzelf. Veel kinderen moeten wennen aan het gevoel van de lagen kleding over elkaar. Het drukt, kriebelt, prikt en schuift over elkaar heen. Dit zijn allemaal extra prikkels, die zeker als hun hoofd al vol zit erg vervelend zijn.

Stap 5: Alles is te overleven als het een eindtijd heeft

Vertel ook na hoelang hij/zij eraan gewend zal zijn. Dit verschilt per kind, de ene hoor je er de volgende dag niet meer over, terwijl de ander twee weken nodig heeft om te wennen aan een verandering. Denkt terug aan eerdere veranderingen en bedenk hoelang dit duurde. Maar de eindtijd vervolgens voorspelbaar door die termijn te noemen: ‘Na 7 dagen ben je er aan gewend, dat was vorig jaar ook zo.’